N deze maatschappij is het in de praktijk lastig je als non-binaire te presenteren. De wereld is zo gewend aan de vrouw of man te zeggen, mevrouw of meneer. Zodra je je anders presenteert of je vertelt dat je andere voornaamwoorden gebruikt, lijkt er haast onwil om zich aan te passen, dat komt omdat mensen vast zitten in algemene aanvaarde terminologieën. Soms is er zelfs openlijke afwijzing. Het is daarom zaak dat we in de allereerste plaats jezelf volledig te aanvaarden en meer nog onvoorwaardelijk van jezelf te houden. In online bijeenkomsten van TransAnders, onderdeel van Transvisie, heb ik vaker gezegd: Wij non-binairen zijn eigenlijk gender-pioniers, pionieren is spannend, maar soms ook lastig, want je bent bezig met iets nieuws, met dingen waar anderen niet over nadenken, want dat vind pas plaats als je je gevoelsmatig en intellectueel hiermee bezig gaat houden. Als je volledig of gedeeltelijk in transitie gaat denk je over alles na: kleding, gedrag, presentatie, geaardheid en meer van dat soort dingen. Kun je als transfeminine persoon, zoals ik, je jezelf lesbisch noemen? Ik ga de volledige weg van lichamelijke ‘man’ naar ‘vrouw’, maar toch voel ik mij gedeeltelijk vrouw (70%), maar voor de andere helft agender of androgyn. de mannelijke kant heb ik achter mij gelaten, dus ben geneigd te kiezen voor 30% agender.
Hokjes denken is er als het ware ingehamerd. Carl Gustav Jung noemde dat conditionering en het is iets waar je je innerlijk en uiterlijk van moet distantiëren, alsof je uit een bepaalde religie stapt en je je ineens in Niemandsland bevind. Dit laatste is bij ook gebeurd, toen ik het christendom verliet, waarin de mens juist werd neergezet als vrouw of man; hoe je geboren was, dat gold, omdat men vond ‘dat god je zo geschapen had’. Nu was ik er al een tijd van overtuigd dat ik niet geschapen was, maar gewoon ontstaan was door mijn vader en moeder; god had daar niets mee te maken, omdat hij niet bestaat. Daarna was het voor mij gemakkelijker om te accepteren dat ik ben wie ik ben. Daarna ontstond een nieuw denken, ik leerde kritisch te zijn met gevestigd conventies, temeer omdat filosofie voor mij belangrijk werd i mijn denkproces. Zoals Aristoteles altijd kritische vragen stelden rondom gevestigde meningen en aannames. We noemen dit dan ook vrijdenken. Het is niets zo dat er dan ineens niets meer is, geen feiten, maar ik begon dat kritisch te bekijken. Ik begon ook antropologische boeken te lezen, over verschillende culturen en hoe daar, oorspronkelijk geen echt dualistische en/of binaire denkbeelden waren. Religie creëerde dat, en daarbij werden ‘de anderen’ gemarginaliseerd en gedwongen zich aan deze denkbeelden te conformeren. Mensen zijn ook min of meer bang deze denkbeelden los te laten, omdat ze het idee hebben dat er helemaal geen ‘waarheden’ meer zijn. Daarom zijn non-binaire personen werkelijk pioniers. De maatschappij verandert maar langzaam, hoewel er in de politiek, onder meer bij D66 duidelijke lijnen om het leven voor de niet hetero- en cis-normatieve personen gemakkelijker te maken, door dit in wet- en regelgeving te beschrijven en vast te leggen.
Ik hoop va harte dat Christenunie, SGP en CDA wat dat betreft buiten de coalitie zullen blijven, omdat deze partijen zich aan oude standpunten blijven vasthouden en dit is heilzaam voor de LHBTIAQ+ en non-binaire mede- en Nederlander. Ik hoop dan ook dat we goede initiatieven in deze tegemoet kunnen gaan zijn en de stem van discriminerende, homofobe en transfobe politici gesmoord zal worden. Er is is onze Nederlandse geen plek voor haters en hen die trachten ons terug te voeren naar de middeleeuwen.