Bijna een jaar geleden werd Frédérique, destijds 14, mishandeld omdat ze niet wilde vertellen wat haar geslacht was. De daders? Een groepje jonge jongens. Vandaag publiceerde het Sociaal Cultureel Planbureau het rapport ‘Lhbt-monitor 2022’, waar naar voren kwam dat lhbt personen nog steeds meer geweld en intimidatie ervaren dan heteroseksuelen. Waar komt dit geweld vandaan? En is Nederland eigenlijk wel zo tolerant als we denken? Volgens Wouter Kiekens (Rijksuniversiteit Groningen) valt dat tegen. Hij doet onderzoek naar het middelengebruik en mentale welzijn van lhbti-jongeren. “Er kan nog een hoop beter.” De Nationale Onderwijsgids sprak Wouter over dit probleem.

Neemt het geweld richting mensen met een andere seksuele voorkeur of genderidentiteit toe? 

“Dat lijkt er helaas wel op. Het aantal geregistreerde gevallen van discriminatie en geweld tegen lhbti’s steeg van 428 in 2009 naar 2.471 in 2021. Dat blijkt uit cijfers van belangenorganisatie COC Nederland. Zeven op de tien lhbti’s krijgen te maken met discriminerend geweld, zowel verbaal als fysiek. 

In het SCP-rapport ‘Lhbt-monitor 2018’ gaven slachtoffers van geweldsdelicten aan vooral ervaringen met bedreiging te hebben gehad. Voor de lesbische/homoseksuele groep was dat 78 procent, voor de biseksuele groep 61 procent. Een kleinere groep had ook fysiek geweld meegemaakt. Dat gaat niet alleen om geweld in de openbare ruimte, ook thuis, op school of op werk.” 

Update: in het SCP-rapport ‘Lhbt-monitor 2022’ is te lezen dat “In vergelijking met 2012 is de veiligheidssituatie van lesbische vrouwen en homoseksuele mannen wel verbeterd, maar dat geldt niet voor biseksuele personen. Met name biseksuele vrouwen zijn vaker het slachtoffer van seksueel geweld.”  

Die cijfers stemmen niet positief. Hoe zit dat bij jongeren? 

“Uit onderzoek weten we ook dat lhbti-jongeren vaker op school gepest worden dan heteroseksuele jongeren. Daarbij zien we duidelijk verschillen in slachtofferschap. Lhbti-jongeren die meer afwijken van gendernormen – jongens die ‘meisjesachtig’ doen, of meisjes die ‘jongensachtig’ doen – worden vaker gepest dan lhbti-jongeren die niet afwijken van gendernormen. 

Zelf heb ik onderzoek gedaan naar microagressies, ook een vorm van geweld. Daaruit bleek dat tussen de 40 en 80 procent van de lhbti-jongeren microagressie wekelijks meemaken.” 

Wat zijn dat precies, microagressies? 

“Dat is een alledaagse en subtiele vorm van discriminatie die vaak niet bedoeld is om te kwetsen, maar wel zo overkomt. Denk aan het woord ‘gay’ gebruiken voor iets dat niet leuk is. Of aan oppervlakkige acceptatie, zoals ouders die zeggen: “Ik vind het prima dat mijn kind homoseksueel is, maar een relatie met een jongen? Dat is niet de bedoeling.” 

Een ander voorbeeld: biseksuele vrouwen die geseksualiseerd worden. Dat heteroseksuele mannen meteen beginnen over een trio. Zulke ervaringen hebben een negatieve invloed op het mentale welzijn van lhbti’ers.” 

Uit onderzoek van Movisie blijkt dat vooral jonge jongeren te maken krijgen met genderspecifiek geweld. Hoe komt dat? 

“Er spelen meerdere dingen, denk ik. Tegenwoordig komen lhbti-jongeren eerder uit de kast. Daardoor zijn ze kwetsbaarder en sneller slachtoffer van pesten. Op een moment dat ze nog heel gevoelig zijn voor afwijzing. Op jonge leeftijd heb je ook nog niet zoveel te zeggen over waar en met wie je woont. En naar welke school je gaat. 

Als je ouder wordt, heb je meer zeggenschap over de mensen met wie je omgaat en de omgeving waar je woont. Vroeger kwamen mensen later uit de kast, als ze al op zichzelf woonden en een eigen sociaal netwerk hadden. 

Daarnaast is de lhbti-community zichtbaarder geworden, ook in de media. Dat is natuurlijk positief. Afwijkende gendernormen lijken langzaamaan meer geaccepteerd te worden. Tegelijkertijd lokt die toegenomen sociale acceptatie ook reacties uit. Mensen die hier negatiever instaan, laten zich duidelijker horen.” 

Als het gaat om verbaal en fysiek geweld, wie zijn dan vaak de daders? 

“Meestal zijn dat jonge mannen. Lhbti-jongeren die ik voor mijn onderzoek spreek, geven bijvoorbeeld aan dat ze zich geïntimideerd voelen door groepjes jongeren van dezelfde leeftijd, die in de buurt rondhangen. Vaak zijn dat echt nog tieners.” 

Waar komt dit geweld onder zulke jonge jongeren vandaan? 

“Genderrollen in de vroege adolescentie – vanaf 12 tot 14 jaar – zijn heel belangrijk. Op die leeftijd beginnen jongeren zich te ontwikkelen en worden ze voor het eerst verliefd. Daar komen allerlei gevoelens bij kijken. Wie ben ik? Op wie val ik? Als andere tieners afwijken van de norm, roept dat soms heftige reacties op. Als je ook genderfluïde kan zijn, wat zegt dat dan over mij? Ben ik nog wel valide? Doe ik er nog wel toe? 

Gender speelt sowieso een belangrijke rol in onze maatschappij. Al vanaf het moment dat we geboren worden, is er sprake van een onderscheid. Je bent een jongen of een meisje. Daar horen allerlei verwachtingen bij. Welk speelgoed gebruik je? Welke kleding draag je? En hoe gedraag je je? Wijkt iemand vervolgens van de verwachtingen en sociale normen af, dan valt dat op. Vooral mensen die trans zijn, gaan sterk tegen die diepgewortelde maatschappelijke normen in. Dat roept bij sommige mensen frictie of onbegrip op. 

Die gendernormen zitten soms heel diep. Een leuk voorbeeld is de kleur roze. Dat zien we nu als een vrouwenkleur. Terwijl roze of rood aan het begin van de vorige eeuw juist als mannelijke kleur gezien werd. Het stond voor ‘kracht’. Dat kunnen we ons nu moeilijk voorstellen, toch?” 

Is Nederland wel zo tolerant als we denken? 

“Laat ik vooropstellen, als je het vergelijkt met een land als Rusland of Polen, dan zijn we zeker progressief. De sociale acceptatie van seksuele minderheden is de afgelopen jaren toegenomen. Nu lijkt ie weer wat te stagneren. 

Toch is er nog veel wat beter kan in Nederland. De cijfers die ik eerder noemde, zeggen genoeg. Daarbij komt: het percentage lhbti-jongeren met mentale klachten ligt veel hoger dan heteroseksuele jongeren. Ze hebben vaker angstklachten, roken en drinken meer, stuiten op onbegrip bij zorgverleners en worden vaker gepest. Nederland is dus zeker niet de slechtste plek om te wonen als lhbti’er, maar zo tolerant als we altijd doen voorkomen, zijn we niet.” 

Van welke landen en/of culturen kunnen we nog wat leren? 

“In sommige culturen zijn derde genders al veel langer geaccepteerd in de maatschappij. Zoals de Berdaches (uit de native american-cultuur), de Hijras (uit Zuid-Azië) en de Xannit (uit Arabische landen). Deze groepen zouden wij nu als trans vrouwen zien. Mensen die als vrouw geboren zijn, maar leven als man.” 

Hoe kijk jij naar de toekomst? 

“Ik denk dat het niet realistisch is om te verwachten dat lhbti’ers ooit door íedereen geaccepteerd worden. Streng religieuze groepen blijven altijd bestaan. Of mensen die niet kunnen accepteren dat de maatschappij verandert. 

Tegelijkertijd ben ik positief gestemd. De huidige generatie jongeren kijkt echt anders naar gender en seksuele oriëntatie dan eerdere generaties. Representatie in de media speelt daar ook een rol in. Series als Euphoria of Modern Family laten zien dat je anders mag zijn. Op weg naar mijn werk loop ik altijd langs een kinderdagverblijf. Laatst hing daar de pridevlag. Daar kreeg ik wel een lach van op mijn gezicht.” 

Door: Nationale Onderwijsgids / Bente Schreurs

BRON: https://act4respect.nl/actueel/lhbtiq-acceptatie-in-nederland-waar-staan-we-nu/